Van Dale zegt over het woord ‘knallen’ het volgende: knal•len knalde, h, i geknald een plotseling, kort, krachtig geluid voortbrengen: er op los ~ maar raak schieten; een ~de ruzie hevige, luide ruzie.
De nieuwe show van Willem Reimers heet ‘Knallen in de horeca’ en met bovenstaande betekenissen kan je dan van alles verwachten. In de Horeca wordt het woord knallen wel gebruikt om aan te geven dat er een druk moment nadert. ‘We gaan knallen!’ of ‘we gaan ervoor!’ In de publiciteit is duidelijk geworden dat het programma gaat over de zwarte brigade, oftewel: De bediening.
Reimers ‘helpt’ in deze shows ondernemers die geen raad meer weten met het bedienend personeel. In het kennismakingsgesprek aan het begin van de show klagen ze steen en been over het bedenkelijke niveau van hun medewerkers. Dit niveau wordt later geïllustreerd met heimelijk gefilmde restaurant scènes waarin de medewerkers jassen niet aannemen, stuntelen aan tafel, geen menukennis hebben en met van alles en nog wat, behalve met de gast bezig zijn. Dit alles becommentarieerd door Reimers die er schande van spreekt en van mening is dat medewerkers met hun gedrag en onwetendheid hun werkgever voor paal zetten. Dat ben ik met hem eens, maar anders dan hij vind ik dat ook terecht!
In het vervolg van het programma ondergaat het bedieningsteam een training van drie dagdelen waarin de basisbeginselen van gastheerschap, performance en communicatie worden behandeld. Het slot van de show laat zich raden, alles gaat een week later veel beter! Gelukkig wordt dat in beeld gebracht met een ‘close’ van een fles Chaudfontaine die bij een gast wordt uitgeschonken. Wat een gastheerschap!
Sinds mijn 14e werk in op verschillende manieren met horecapersoneel. Eerst als medewerker, later als uitzendman en de laatste jaren als trainer. In deze periode is het me meer dan duidelijk geworden dat horeca een vak is, een leuk maar moeilijk vak waar je beter in wordt naarmate je het langer doet. Een vak waarin je balanceert tussen ‘het spelen van een rol’ en ‘gewoon jezelf zijn’. Een vak waarin je niet uitgeleerd kan raken. Een fantastisch dienend vak waarin de gast per definitie op de eerste plaats staat en waar de ervaringen en verkregen inzichten voor de rest van je leven van waarde zullen zijn.
Het horecavak is als ieder vak een vak waarin je leermeesters nodig hebt. Mensen die je begeleiden in je werk en je steeds weer wijzen op punten die je beter kan doen. Mensen die de lessen doorgeven die zij zelf hebben geleerd van hun eigen leermeesters. Mensen die zorgen voor overzicht, leiding en structuur. Mensen die trends volgen en hun gasten en collega’s steeds weer opnieuw weten te raken met gastheerschap en vernieuwing. Mensen die het goede voorbeeld geven, de ondernemer zelf of een maître. Wanneer een bedrijf daar niet in slaagt dan wordt het moeilijk. Dat ligt niet aan de medewerkers, dat ligt aan de ondernemer!
Ondernemers die jonge medewerkers zonder specifieke horecaopleiding en ervaring inzetten, verplichten zich naar mijn mening veel tijd en energie in de interne opleiding te steken. Wanneer je daar niet toe in staat bent is het een gotspe het de medewerkers te verwijten dat ze hun vak niet verstaan. De opnames met de verborgen camera in de show van Reimers zouden zich daarom uitsluitend moeten richten op de falende ondernemer en niet op de stuntelende bediening.
Naast Sponsor Chaudfontaine is het programma ‘knallen in de horeca’ mede mogelijk gemaakt door De Nederlandse Horeca. De belangenorganisaties die daar achter schuil gaan zouden zich achter hun oren moeten krabben of de vorm waar dit programma in is gegoten bijdraagt aan een positief beeld van de branche. Het is weliswaar de medewerker die de baas voor paal zet maar het is vooral de baas die de medewerkers toestaat zichzelf te beschadigen voor het oog van de camera.
Wouter Verkerk