‘Het is ons werk om mensen eigenlijk iets op de mouw te spelden. Om dingetjes een klein beetje te verdraaien, om telkens alleen de onderdelen van de waarheid te onthullen die ons goed uitkomen. Wij spelen het spel, en daar zijn we best goed in! We hebben daar ook heel veel budget voor, marketing is in ons bedrijf eigenlijk steeds belangrijker geworden. Het verhaal dat wij vertellen, dat geeft mensen een goed gevoel.
Het is dus eigenlijk ons werk om mensen een goed gevoel te bezorgen over onze spullen. En dat is niet eenvoudig, want als je het heel nuchter bekijkt, is ons product helemaal niet zo goed. Laat staan duurzaam of bijzonder zoals we dat graag willen doen geloven. Het is wel heel goedkoop, voor ons dan. We scoren er een enorme marge op, dus de verantwoordelijkheid het op een positieve manier in de markt te zetten is best groot.
De verhalen die wij vertellen, het gevoel dat we mensen willen bezorgen, het is eigenlijk allemaal illusie. Het op de juiste manier bijsturen van beeldvorming, van onderdelen aan de boodschap, en het verhaal telkens weer op de juiste manier over het voetlicht krijgen. Dat is mijn uitdaging. We houden ook heel goed onze concurrenten in de gaten. Zij doen hetzelfde. En als het in ons beider belang is, dan helpen we elkaar. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat er meer partijen ons toneel betreden, en dat bewaken we gezamenlijk.’
Dat er nog best veel mensen zijn die in bovenstaande fictieve monoloog van een marketeer geen rare dingen zien, is alleszeggend over de tijd waarin we leven. We zijn het allemaal heel normaal gaan vinden dat iets zelden is wat het lijkt, en dat we best een beetje mogen liegen als je daar geld mee kan verdienen. De marketeer die aan het woord is ziet er geen kwaad in. Maar hoe wordt zijn rol over 100 jaar geduid? Is hij een radertje in een systeem dat dan allang voorbij is?
Gelukkig hechten steeds meer mensen zoveel waarde aan kwaliteit en puurheid, dat ze bij gebrek aan vertrouwen in grote producenten en organisaties dingen maar gewoon weer zelf gaan maken en afspreken. Ze brouwen zelf bier, maken zelf kaas en branden zelf koffiebonen. Ze ruilen diensten met elkaar en logeren bij internetvrienden aan de andere kant van de wereld thuis. Ze zetten traditionele leveranciers en producenten uit onvrede aan de kant. Het feit dat de oude denkers dat een trend noemen, en geen signaal dat zij op de verkeerde weg zitten, dat is tekenend. De geest is uit de fles, en deze ontwikkelingen zetten door.
We hebben elkaar in de afgelopen 70 oorlogsvrije en welvarende jaren in toenemende mate bedonderd en belazerd. Heel langzaam werd het maatschappelijk ook meer geaccepteerd. ‘Ja, als ik er zoveel geld mee kon verdienen zou ik het ook doen’. ‘Hij zou wel gek zijn als hij dat niet zou doen.’ De wetten van het bedrijfsleven verloren steeds meer moraal en draaide alleen nog maar om meer geld. Maakt niet uit hoe. De kwaliteit van je inspanning, dienst of product is niet het belangrijkste, de winst die je maakt wel. Het zijn de ziekten van de samenleving die in een transparante wereld bloot komen te liggen.
Langzaam krijgt het besef dat we zijn doorgeschoten in ons opportunisme voeten aan de grond. Daar zitten we dan, kerst te vieren. We verlangen ineens naar hele normale en pure dingen. We willen kijken naar sport zonder doping en vals spel, we willen eten van een boerderij in de buurt, we willen een bank waar we met een spaarvarken naartoe kunnen. Een journalist die niet bij zijn onderwerp op schoot gaat zitten. We willen bestuurders met een maatschappelijke opdracht zonder eigen belang. We willen afspreken in een café zonder WIFI. We willen zo graag weer normaal doen. Maar dat kan bijna nergens meer.