We voelden ons bijna een beetje schuldig toen we gisterenmiddag een zaak binnenliepen en aan de bar de gastvrouw aantroffen die compleet in beslag werd genomen door de uitdagingen van haar rooster, haar bestellijst of haar e-mail. Ze keek verstoord op van haar scherm, we haalden haar echt even uit haar concentratie. Het duurde een seconde of vier voor ze zich kon herstellen en zij ons plichtmatig begroette.
Bar als kantoor
Deze leidinggevende (of was ze de eigenaresse?) had de bar van de zaak ingericht als kantoor. Een laptop, een stapel papieren, haar telefoon en een blocnote waren over de breedte van drie barkrukken uitgestald. Ze was er echt even voor gaan zitten, zo tijdens de spits van de lunch rond 13.15 uur.
Niet alleen gasten die binnenkwamen of weggingen verstoorden haar werkzaamheden, ook was er af en toe een collega die iets aan haar wilde vragen. Ze keek telkens een beetje geïrriteerder op. ‘Zie je dan niet dat ik hier aan het werk ben?’ leek ze te willen zeggen. Het was allerminst bevorderlijk voor de sfeer.
Hemels bedrijf
Een blinde vlek in dit overigens fantastische, ja bijna Hemelse bedrijf. Mooie vitrines in de bar en in de open keuken, bijzonder smaakvolle inrichting, lekker eten en een jong maar heel leuk team. Maar dus ook een een manager die duidelijk merkbaar belangrijkere dingen aan haar hoofd had. Op een gegeven moment werd het blijkbaar zo druk dat ze van de kruk was afgedaald en zelf even mee liep en aan onze tafel kwam. Ze was er niet helemaal bij en vergat dan ook twee van de vier drankjes.
Als er gasten zijn, er voor gasten zijn!
Het takenpakket van sommige managers is breed en ik heb er altijd respect voor hoe zij dat allemaal bolwerken. Toch denk ik dat het verstandig is om de momenten dat er gasten zijn, er voor gasten te zijn. Zeker voor de schermen. De zuigende energie die een laptop of een telefoon van de gebruiker kan vragen is voelbaar in een ruimte. Bij het weggaan zeiden we nog even iets te hard tegen elkaar: ‘Kijk! Zij is even in een andere wereld!’ ‘huh?’ keek de dame een paar seconden later op… ‘Dat bedoel ik!’ Waarop zij zei: ‘Wàt?’